Downsyndroom

Syndroom van Down
Kinderen met het Syndroom van Down hebben vaak extra ondersteuning nodig bij hun ontwikkeling. Eten, drinken en praten zijn vaardigheden die bij veel kinderen langzamer op gang komen. Logopedie kan hierbij vanaf jonge leeftijd ondersteuning bieden.
Wat doet de logopedist?
Goed leren eten en drinken
In de eerste levensfase kan de logopedist al snel betrokken worden, vaak op verwijzing van de kinderarts. Een vroege start helpt problemen te voorkomen en biedt ouders snel inzicht en houvast. Bij baby's met het Syndroom van Down kunnen verschillende oorzaken zorgen voor voedingsproblemen. Denk aan een slappe luchtpijp, verminderde energie door bijvoorbeeld hartproblemen of een afwijkende tongmotoriek die het zuigen en slikken bemoeilijkt.
De logopedist kijkt samen met ouders wat er nodig is en geeft gerichte adviezen. Dit kan gaan over drinken aan de borst of fles, het oefenen met lepels, wennen aan verschillende smaken en structuren, kauwen en drinken uit een beker. Ook mondmotoriek en speekselcontrole krijgen aandacht.
Kinderen met het Syndroom van Down reageren vaak anders op zintuiglijke prikkels. Sommige kinderen hebben een verminderde gevoeligheid rond de mond, anderen juist een overgevoeligheid. De logopedist helpt ouders hiermee om te gaan en leert hen geschikte oefeningen aan.
Leren spreken
Naarmate het kind ouder wordt, verschuift de aandacht naar communicatie en taalontwikkeling. De logopedist helpt bij het stimuleren van contact maken, beurtgedrag en imitatie—essentiële voorwaarden voor communicatie. Ouders spelen hierin een belangrijke rol en krijgen handvatten om hun kind spelenderwijs te ondersteunen.
Vaak wordt gebruik gemaakt van Totale Communicatie: een combinatie van gesproken taal met ondersteunende gebaren (Nederlands met Gebaren), foto’s, pictogrammen of voorwerpen. Omdat kinderen met het Syndroom van Down visuele informatie vaak beter verwerken dan auditieve, sluit deze aanpak goed aan.
De logopedist werkt aan:
- Uitbreiding van de woordenschat
- Begrip en gebruik van taal
- Mondmotoriek en uitspraak
- Opbouw van zinnen
Spel, liedjes en visuele hulpmiddelen zoals foto’s of leeswoorden worden hierbij ingezet. Via de methode van globaal lezen leert het kind functionele woorden herkennen en gebruiken. Deze methode kan de spraakontwikkeling ondersteunen doordat kinderen woorden beter leren vormen en gebruiken.
Werken aan uitspraak
Door de bouw van de mond en tong en een lage spierspanning is articuleren soms lastig. De tong kan bijvoorbeeld te veel naar voren bewegen, of de mond sluit niet goed. Ook de spieraansturing vanuit de hersenen verloopt niet altijd optimaal. Dit alles maakt dat sommige kinderen minder goed verstaanbaar zijn.
De logopedist helpt de mondspieren te versterken en klanken aan te leren, vaak met behulp van klankgebaren. Die zorgen voor houvast: het kind kan de klank zien en/of voelen. Dit vergroot de controle over de uitspraak en verhoogt de verstaanbaarheid. Ook kan er gebruik gemaakt worden van tactiele ondersteuning bij het aanleren van klanken.
Sommige kinderen spreken snel of onduidelijk. In dat geval helpt de logopedist het spreektempo te vertragen en de articulatie te verbeteren.
Specialisatie binnen de praktijk
Bij Logopediepraktijk Snoeren en De Kruif is Corrie de Kruif gespecialiseerd in de behandeling van kinderen met het Syndroom van Down. Zij is gecertificeerd preverbaal logopedist en maakt deel uit van het Downteam in het Amphia Ziekenhuis in Breda.
Vergoeding
Logopedische behandeling voor kinderen met het Syndroom van Down wordt vergoed vanuit het basispakket van de zorgverzekering. Een verwijzing van een huisarts of medisch specialist is meestal nodig. Vraag dit na bij de logopedist of je zorgverzekeraar.