Eten en drinken
Eten en drinken
Eten en drinken is een complex proces waarbij tal van spieren betrokken zijn: hand- en armspieren, gelaats- en kaakspieren, de tong, de keel en de slokdarmspieren. Zwakte – hoe dan ook veroorzaakt – kan eet- en slikproblemen veroorzaken. Wanneer de spieren die het slikken controleren, verzwakt zijn, gaat speeksel zich verzamelen in de mond alwaar het kan ‘weglopen’ uit de mond. Het speeksel kan ook terechtkomen in de luchtwegen met verslikking tot gevolg. Dit veroorzaakt vaak grote paniek bij de patiënt en zijn omgeving. Verslikken komt eerder voor bij drinken dan bij het nuttigen van vast voedsel. De kans op verslikken neemt toe bij vermoeidheid, emoties en spreken tijdens eten en drinken.
Bij slikproblemen kan onder andere aandacht worden geschonken aan verbetering van de houding en aan het trainen van de spieren die een rol spelen bij het slikproces; samen met de logopedist kan de patiënt leren hoe hij de kans op verslikken zo klein mogelijk kan maken. Verandering van de voedselconsistentie (bijvoorbeeld het indikken van dranken) of aangepast drinkgerei zoals speciale bekers of rietjes kunnen hierbij helpen.
Eten en drinken is een complex proces waarbij tal van spieren betrokken zijn: hand- en armspieren, gelaats- en kaakspieren, de tong, de keel en de slokdarmspieren. Zwakte – hoe dan ook veroorzaakt – kan eet- en slikproblemen veroorzaken. Wanneer de spieren die het slikken controleren, verzwakt zijn, gaat speeksel zich verzamelen in de mond alwaar het kan ‘weglopen’ uit de mond. Het speeksel kan ook terechtkomen in de luchtwegen met verslikking tot gevolg. Dit veroorzaakt vaak grote paniek bij de patiënt en zijn omgeving. Verslikken komt eerder voor bij drinken dan bij het nuttigen van vast voedsel. De kans op verslikken neemt toe bij vermoeidheid, emoties en spreken tijdens eten en drinken.
Bij slikproblemen kan onder andere aandacht worden geschonken aan verbetering van de houding en aan het trainen van de spieren die een rol spelen bij het slikproces; samen met de logopedist kan de patiënt leren hoe hij de kans op verslikken zo klein mogelijk kan maken. Verandering van de voedselconsistentie (bijvoorbeeld het indikken van dranken) of aangepast drinkgerei zoals speciale bekers of rietjes kunnen hierbij helpen.