Taalontwikkelingsstoornis
Wat is een taalontwikkelingsstoornis?
Een taalontwikkelingsstoornis is een stoornis in het leren van taal; er is sprake van een beperking in het begrijpen en/of produceren van taal. Sommige kinderen zijn laat met praten. Ze beginnen bijvoorbeeld pas op 3-jarige leeftijd met het praten in zinnen. Er is dan sprake van een vertraagde taalontwikkeling, wat niet per se problematisch hoeft te zijn. Bij andere kinderen verlopen stukjes van de taalontwikkeling anders dan gemiddeld. Een kind kan bijvoorbeeld een grote woordenschat hebben. Het begrijpt alles wat er gezegd wordt ook uitstekend. Maar het heeft moeite met het verwoorden van datgene wat het wil vertellen. Dan is er sprake van een afwijkende taalontwikkeling.
Kenmerken die kunnen voorkomen bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis zijn:
- het kind kent weinig woorden;
- het kind heeft moeite om op een woord te komen;
- het kind vertelt vaak hetzelfde (vaak dezelfde woorden);
- het kind maakt veel fouten in zijn zinnen;
- het kind maakt erg korte zinnen;
- het kind berijpt vaak niet wat er verteld wordt;
- het kind klapt dicht, of zegt: "Dat weet ik niet" als er een vraag wordt gesteld;
- het kind is stil en praat weinig;
- het kind lijkt niet te luisteren;
- het kind praat met veel denkpauzes, stopwoorden en herhalingen.
Soms is er een tijdelijke oorzaak aan te wijzen voor de taalontwikkelingsstoornis, zoals het last hebben van middenoorontstekingen waardoor een kind een tijdje niet goed kan horen. Vaak is er geen duidelijke oorzaak aan te geven en wordt er verondersteld dat er ergens in het brein een verstoring optreedt.
Problemen met taal kunnen grote gevolgen hebben als ze niet worden onderkend. Als je bepaalde dingen niet goed begrijpt of niet goed duidelijk kunt maken, kan dat leiden tot misverstanden in de communicatie. Die frustraties worden soms vertaald in agressief of juist teruggetrokken gedrag. Een stoornis in de mondelinge taal kan ook negatieve gevolgen hebben voor het leren lezen en schrijven. Taal speelt ook een belangrijke rol speelt bij het denken, waardoor taalproblemen ook de oorzaak kunnen zijn (of worden) van leerproblemen of leerachterstanden.
Een taalontwikkelingsstoornis is een stoornis in het leren van taal; er is sprake van een beperking in het begrijpen en/of produceren van taal. Sommige kinderen zijn laat met praten. Ze beginnen bijvoorbeeld pas op 3-jarige leeftijd met het praten in zinnen. Er is dan sprake van een vertraagde taalontwikkeling, wat niet per se problematisch hoeft te zijn. Bij andere kinderen verlopen stukjes van de taalontwikkeling anders dan gemiddeld. Een kind kan bijvoorbeeld een grote woordenschat hebben. Het begrijpt alles wat er gezegd wordt ook uitstekend. Maar het heeft moeite met het verwoorden van datgene wat het wil vertellen. Dan is er sprake van een afwijkende taalontwikkeling.
Kenmerken die kunnen voorkomen bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis zijn:
- het kind kent weinig woorden;
- het kind heeft moeite om op een woord te komen;
- het kind vertelt vaak hetzelfde (vaak dezelfde woorden);
- het kind maakt veel fouten in zijn zinnen;
- het kind maakt erg korte zinnen;
- het kind berijpt vaak niet wat er verteld wordt;
- het kind klapt dicht, of zegt: "Dat weet ik niet" als er een vraag wordt gesteld;
- het kind is stil en praat weinig;
- het kind lijkt niet te luisteren;
- het kind praat met veel denkpauzes, stopwoorden en herhalingen.
Soms is er een tijdelijke oorzaak aan te wijzen voor de taalontwikkelingsstoornis, zoals het last hebben van middenoorontstekingen waardoor een kind een tijdje niet goed kan horen. Vaak is er geen duidelijke oorzaak aan te geven en wordt er verondersteld dat er ergens in het brein een verstoring optreedt.
Problemen met taal kunnen grote gevolgen hebben als ze niet worden onderkend. Als je bepaalde dingen niet goed begrijpt of niet goed duidelijk kunt maken, kan dat leiden tot misverstanden in de communicatie. Die frustraties worden soms vertaald in agressief of juist teruggetrokken gedrag. Een stoornis in de mondelinge taal kan ook negatieve gevolgen hebben voor het leren lezen en schrijven. Taal speelt ook een belangrijke rol speelt bij het denken, waardoor taalproblemen ook de oorzaak kunnen zijn (of worden) van leerproblemen of leerachterstanden.
Wat doet de logopedist?
De logopedist onderzoekt uitgebreid de taal van het kind. Daarbij wordt gebruik gemaakt van gestandaardiseerde testen. Soms kan een doorverwijzing naar een audiologisch centrum worden gedaan voor een multidisciplinair onderzoek.
De taalontwikkeling van kinderen is het sterkst tot het zevende levensjaar, tot die tijd is er dus veel winst te behalen en kan door logopedie worden voorkomen dat achterstanden groter worden. De logopedische behandeling kan indirect of direct zijn. Bij een indirecte therapie instrueert en begeleidt de logopedist de ouders of verzorgers in de manier waarop ze de taalontwikkeling van het kind kunnen stimuleren. Bij de directe logopedische behandeling staat de wisselwerking tussen kind en logopedist centraal. Hierbij past de logopedist het taalaanbod aan het taalontwikkelingsniveau van het kind aan. Door samen te communiceren leert het kind de taalregels. De therapie kan zich ook richten op specifieke taalaspecten, zoals zinsbouw, woordenschat of woordbetekenis. De ouders of verzorgers worden zoveel mogelijk bij de behandeling betrokken. In de therapie wordt rekening gehouden met de totale ontwikkeling van het kind, de eventuele bijkomende problemen en de mogelijkheden in de omgeving van het kind.
Kijk voor tips voor de stimulering van de taalontwikkeling op: http://kindentaal.logopedie.nl
De logopedist onderzoekt uitgebreid de taal van het kind. Daarbij wordt gebruik gemaakt van gestandaardiseerde testen. Soms kan een doorverwijzing naar een audiologisch centrum worden gedaan voor een multidisciplinair onderzoek.
De taalontwikkeling van kinderen is het sterkst tot het zevende levensjaar, tot die tijd is er dus veel winst te behalen en kan door logopedie worden voorkomen dat achterstanden groter worden. De logopedische behandeling kan indirect of direct zijn. Bij een indirecte therapie instrueert en begeleidt de logopedist de ouders of verzorgers in de manier waarop ze de taalontwikkeling van het kind kunnen stimuleren. Bij de directe logopedische behandeling staat de wisselwerking tussen kind en logopedist centraal. Hierbij past de logopedist het taalaanbod aan het taalontwikkelingsniveau van het kind aan. Door samen te communiceren leert het kind de taalregels. De therapie kan zich ook richten op specifieke taalaspecten, zoals zinsbouw, woordenschat of woordbetekenis. De ouders of verzorgers worden zoveel mogelijk bij de behandeling betrokken. In de therapie wordt rekening gehouden met de totale ontwikkeling van het kind, de eventuele bijkomende problemen en de mogelijkheden in de omgeving van het kind.
Kijk voor tips voor de stimulering van de taalontwikkeling op: http://kindentaal.logopedie.nl
Vergoeding?
Het onderzoek en de behandeling van een eventuele taalontwikkelingsstoornis worden vergoed door de ziektekostenverzekeraars, meestal na verwijzing door huisarts of medisch specialist.
Het onderzoek en de behandeling van een eventuele taalontwikkelingsstoornis worden vergoed door de ziektekostenverzekeraars, meestal na verwijzing door huisarts of medisch specialist.