Articulatieproblemen
Wat zijn articulatieproblemen?
Er zijn kinderen die opvallend minder goed verstaanbaar zijn dan hun leeftijdsgenootjes. Het kan zijn dat de ontwikkeling van de spraak vertraagd is, achter loopt. Jonge kinderen spreken woorden meestal onvolledig uit. Zo zeggen ze bijvoorbeeld 'toe' voor 'stoel' of 'ba' voor 'bal'. Sommige kinderen blijven langer dan normaal uitspraakfouten maken, dit noemen we een vertraagde spraakontwikkeling. Het kind kan hier last van krijgen in het dagelijks leven doordat het zich soms niet duidelijk kan maken. Een vertraagde spraakontwikkeling gaat soms ook samen met een vertraagde taalontwikkeling maar dit is zeker niet altijd het geval.
Er zijn kinderen die opvallend minder goed verstaanbaar zijn dan hun leeftijdsgenootjes. Het kan zijn dat de ontwikkeling van de spraak vertraagd is, achter loopt. Jonge kinderen spreken woorden meestal onvolledig uit. Zo zeggen ze bijvoorbeeld 'toe' voor 'stoel' of 'ba' voor 'bal'. Sommige kinderen blijven langer dan normaal uitspraakfouten maken, dit noemen we een vertraagde spraakontwikkeling. Het kind kan hier last van krijgen in het dagelijks leven doordat het zich soms niet duidelijk kan maken. Een vertraagde spraakontwikkeling gaat soms ook samen met een vertraagde taalontwikkeling maar dit is zeker niet altijd het geval.
Het is ook mogelijk dat de spraak een afwijkende ontwikkeling vertoont. Deze kinderen ontwikkelen zich op een andere manier dan hun leeftijdsgenootjes. Ouders verstaan hun eigen kinderen meestal wel. Omdat ze hun kind zo goed kennen, kennen ze het spreekpatroon van het kind, maar ze kunnen vaak ook al voorspellen wat hun kind gaat zeggen. Daardoor kan het zo zijn dat het hen niet opvalt als kinderen slecht spreken. Mensen die het kind niet zo vaak zien kunnen deze kinderen echter niet goed verstaan. Denk hierbij aan opa's en oma's, aan leidsters op de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf, of mensen uit de buurt. Een onvoldoende spraakontwikkeling kan samenhangen met andere stoornissen zoals slechthorendheid of een algehele ontwikkelingsachterstand. Een combinatie van spraak- en taalontwikkelingsproblemen komt ook vaak voor. Het is echter ook mogelijk dat het kind slecht spreekt zonder dat er een duidelijke oorzaak voor gevonden wordt.
Fonetische articulatiestoornissen
Sommige kinderen hebben een fonetisch articulatieprobleem. Er is dan een probleem met de aansturing van de spieren en de coördinatie ervan. Kenmerken van een fonetisch probleem zijn onder andere:
- De uitspraak is niet duidelijk, of binnensmonds;
- Een bepaalde klank wordt niet goed uitgesproken, zoals bijvoorbeeld de "r";
- Het kind spreekt met de tong tussen de tanden, zoals bij het slissen;
- Het kind kan de juiste spraakbewegingen niet vinden of niet coördineren (zie hiervoor ook de informatie bij verbale ontwikkelingsdyspraxie)
Slissen en lispelen / interdentaliteit
Bij kinderen met afwijkende mondgewoonten is vaak sprake van addentaliteit of interdentaliteit; dit houdt in dat verschillende spraakklanken tegen of tussen de tanden worden gevormd in plaats van tegen het randje in de mond achter de tanden (de alveolairrand). In de volksmond wordt dit vaak slissen genoemd. Bij slissen of lispelen wordt de /s/ verkeerd uitgesproken. Door te slappe tongspieren of te weinig beheersing van de tongmotoriek klinkt de /s/ onzuiver. In ernstige gevallen wordt het spreken hierdoor slecht verstaanbaar en soms als zeer storend ervaren. Sociaal gezien kan zo'n foute /s/ tot gevolg hebben dat een kind er in de klas mee geplaagd wordt. Volwassenen kunnen problemen verwachten als zij een spreekberoep kiezen.
Slissen kan op verschillende manieren veroorzaakt worden. De tong wordt bijvoorbeeld naar voren tussen de tanden geduwd waardoor een onzuivere /s/ wordt gehoord. Soms wordt ook bij andere klanken de tong naar voren geduwd, zoals de /t/ en de /d/. De tong kan zijwaarts breed tussen de zijtanden of kiezen worden geschoven. Ook dan ontstaat een onzuiver /s/-geluid. Kinderen of volwassenen met een open beet, bij wie er te veel ruimte is tussen de onder- en boventanden, zullen hun tong vaak tussen de opening van de tanden duwen, waardoor een foutieve /s/ wordt gehoord. Als de /s/ verkeerd wordt uitgesproken, is dat vaak ook het geval bij andere klanken, zoals de /z/, /sj/ en /zj/.Slissen en lispelen gaan vaak samen met afwijkende mondgewoonten. Door het slissen of lispelen kan de stand van het gebit beïnvloed worden. De tong duwt, door de voorwaartse of zijwaartse bewegingen de tanden uit elkaar waardoor bijvoorbeeld een open beet ontstaat. Gebitscorrectie heeft in zo’n geval alleen effect als ook het slissen en de eventuele afwijkende mondgewoonten worden afgeleerd.
Fonetische articulatiestoornissen
Sommige kinderen hebben een fonetisch articulatieprobleem. Er is dan een probleem met de aansturing van de spieren en de coördinatie ervan. Kenmerken van een fonetisch probleem zijn onder andere:
- De uitspraak is niet duidelijk, of binnensmonds;
- Een bepaalde klank wordt niet goed uitgesproken, zoals bijvoorbeeld de "r";
- Het kind spreekt met de tong tussen de tanden, zoals bij het slissen;
- Het kind kan de juiste spraakbewegingen niet vinden of niet coördineren (zie hiervoor ook de informatie bij verbale ontwikkelingsdyspraxie)
Slissen en lispelen / interdentaliteit
Bij kinderen met afwijkende mondgewoonten is vaak sprake van addentaliteit of interdentaliteit; dit houdt in dat verschillende spraakklanken tegen of tussen de tanden worden gevormd in plaats van tegen het randje in de mond achter de tanden (de alveolairrand). In de volksmond wordt dit vaak slissen genoemd. Bij slissen of lispelen wordt de /s/ verkeerd uitgesproken. Door te slappe tongspieren of te weinig beheersing van de tongmotoriek klinkt de /s/ onzuiver. In ernstige gevallen wordt het spreken hierdoor slecht verstaanbaar en soms als zeer storend ervaren. Sociaal gezien kan zo'n foute /s/ tot gevolg hebben dat een kind er in de klas mee geplaagd wordt. Volwassenen kunnen problemen verwachten als zij een spreekberoep kiezen.
Slissen kan op verschillende manieren veroorzaakt worden. De tong wordt bijvoorbeeld naar voren tussen de tanden geduwd waardoor een onzuivere /s/ wordt gehoord. Soms wordt ook bij andere klanken de tong naar voren geduwd, zoals de /t/ en de /d/. De tong kan zijwaarts breed tussen de zijtanden of kiezen worden geschoven. Ook dan ontstaat een onzuiver /s/-geluid. Kinderen of volwassenen met een open beet, bij wie er te veel ruimte is tussen de onder- en boventanden, zullen hun tong vaak tussen de opening van de tanden duwen, waardoor een foutieve /s/ wordt gehoord. Als de /s/ verkeerd wordt uitgesproken, is dat vaak ook het geval bij andere klanken, zoals de /z/, /sj/ en /zj/.Slissen en lispelen gaan vaak samen met afwijkende mondgewoonten. Door het slissen of lispelen kan de stand van het gebit beïnvloed worden. De tong duwt, door de voorwaartse of zijwaartse bewegingen de tanden uit elkaar waardoor bijvoorbeeld een open beet ontstaat. Gebitscorrectie heeft in zo’n geval alleen effect als ook het slissen en de eventuele afwijkende mondgewoonten worden afgeleerd.
Wat doet de logopedist?
De logopedist gaat na wat de oorzaak van het slissen is. Het onderscheid tussen een goede en een foute /s/ wordt aangeleerd; hierbij worden het luisteren, kijken en voelen ingeschakeld. Met mondmotoriek oefeningen worden de spieren in de mond versterkt en men leert de tong op de juiste wijze te gebruiken.
Eerst wordt geleerd alleen de /s/ goed uit te spreken, daarna volgt de /s/ in lettergrepen, woorden en zinnen. Tenslotte moet de goede uitspraak gebruikt worden in het gewone spreken.Het resultaat van de behandeling hangt af van de oorzaak van het slissen en van factoren als leeftijd, motivatie en inzet.
De logopedist gaat na wat de oorzaak van het slissen is. Het onderscheid tussen een goede en een foute /s/ wordt aangeleerd; hierbij worden het luisteren, kijken en voelen ingeschakeld. Met mondmotoriek oefeningen worden de spieren in de mond versterkt en men leert de tong op de juiste wijze te gebruiken.
Eerst wordt geleerd alleen de /s/ goed uit te spreken, daarna volgt de /s/ in lettergrepen, woorden en zinnen. Tenslotte moet de goede uitspraak gebruikt worden in het gewone spreken.Het resultaat van de behandeling hangt af van de oorzaak van het slissen en van factoren als leeftijd, motivatie en inzet.
Vergoeding?
Het onderzoek en de behandeling van slissen en lispelen worden als regel vergoed door de ziektekostenverzekeraars, meestal na verwijzing door huisarts of medisch specialist.
Het onderzoek en de behandeling van slissen en lispelen worden als regel vergoed door de ziektekostenverzekeraars, meestal na verwijzing door huisarts of medisch specialist.